Ontwikkelingen bij de Fietsersbond Landelijk

Als afdeling Groningen houden wij ons – over het algemeen – bezig met de ontwikkelingen die van belang zijn voor het fietsen in Stad en Ommeland (inclusief de Kop van Drenthe). Daarbij worden wij ondersteund door het landelijk bureau in Utrecht dat zorgt voor het opstellen van kaders voor thema’s die overal in het land spelen, en voor de nodige aandacht voor het fietsen in de landelijke media. Deze beide zaken zijn voor ons als afdeling erg belangrijk omdat ze zorgen voor de nodige bekendheid van de Fietsersbond an sich en de onderwerpen waarvoor we ons inzetten, waardoor we ons lokaal op de inhoud kunnen richten. De landelijke organisatievorm – in ons geval een vereniging – met notarieel vastgelegde doelstellingen maakt het tevens mogelijk voor ons als lokale afdelingen om, mochten wij dat noodzakelijk vinden, ons te mengen in een juridische zaak om eventueel te proberen onze wensen via de rechter ingewilligd te krijgen. Een duidelijke doelstelling is daarbij onontbeerlijk om ontvankelijk verklaard te worden, oftewel op te mogen komen voor onze leden.

Het landelijk bestuur heeft geconstateerd dat de Fietsersbond vergrijst, oftewel dat het lastig is 40-minners actief te krijgen voor onze zaak. Ook constateerde het landelijk bestuur dat lang niet alle actieve leden zich betrokken voelen in de besluitvorming, met name degenen die zich inzetten voor zaken als de Fietsschool of Fietsen Alle Jaren.  Daarom is er een proces op gang gekomen om te kijken naar de toekomst van de Fietsersbond.

Als startpunt hiervoor heeft het bestuur een memorandum geschreven voor de ledenraad van 3 februari j.l. Als eerste van de lokale afdelingen heeft de afdeling Groningen een reactie gegeven op dit memorandum; deze reactie was gericht aan dezelfde ledenraad. Kernpunt van de notitie was dat we de zorgen delen, maar dat we betwijfelen of de oplossingsrichting die gekozen is de juiste is. Hoewel door miscommunicatie op het landelijk bureau onze notitie niet is besproken tijdens de ledenraad, is deze later wel gaan “rondzingen” binnen andere lokale afdelingen en heeft deze ruime steun ontvangen van andere afdelingen.

Het belangrijkste (niet het enige!) punt van zorg van de afdelingen is het voorstel van het bestuur om het blikveld van de Fietsersbond “… te verbreden naar wandelen, fietsen en OV (de zogenaamde actieve modaliteiten) maar de focus houdt op fietsen: De Fietsersbond staat primair voor alle mensen die zich door spierkracht op een fiets(achtig)-voertuig voortbewegen, ook die met elektrische ondersteuning”. Als afdeling zien wij in belangbehartiging voor fietsers onze kernactiviteit; wij zien niet in dat deze verbreding leidt tot versterking of handhaving van deze kerntaak. Mocht deze wijziging van blikveld terug gaan komen in de statuten dan wordt gevreesd voor de ontvankelijkheid bij eventuele juridische procedures.

De afdeling Amsterdam heeft, in navolging van onze notitie en vergelijkbare reacties uit Haarlem en Leiden, nu het initiatief genomen om in een brief het bestuur te vragen de voorstellen te heroverwegen. Deze brief is door veel afdelingen, waaronder Groningen, mede-ondertekend.

Uiteraard willen wij in gesprek blijven met de overige leden en het bestuur van de Fietsersbond om gezamenlijk te komen tot een strategie om de Fietsersbond nog lang haar doelstelling om het fietsen te ondersteunen uit te kunnen laten voeren. Daarom zijn we van plan de Ledenraad op 23 juni bij te gaan wonen om mee te praten over die toekomst.

Intussen heeft het bestuur de volgende brief met uitleg gestuurd, met een oproep om mee te praten.

Categorieën