Dag van de fietshelm

Het was gisteren (10 april) de dag van de fietshelm. Dat viel mooi samen met de aftrap van het Doortrappen seizoen in de Winsinghhof in Roden, waar Veilig Fietsen het centrale thema vormde. Voor mij, Diederik Wierenga, aanleiding voor de volgende overpeinzingen.

Ik kan mij helaas zeer ervaren noemen wat hersenschade betreft. Als je fietst en dan, op welke manier dan ook, ten val komt wil je graag weer verder fietsen en verder met je vertrouwde leven. Mensen willen graag fietsen. Met trapondersteuning kunnen ze langer blijven fietsen en een langere afstand fietsen. Mee blijven doen en leuke dingen kunnen blijven doen. Vroeger hadden brommers nog trappers, een fiets met een motor, de Spartamet,een fiets met ondersteuning.

De deelnemers gisteren in Roden waren de fietsers die ik meestal als recreatieve fietsers tegenkom buiten de bebouwde kom. Fietsen zij binnen de bebouwde kom van huis naar winkel/activiteit? Wanneer doen zij dat, en op welke tijden?

Als ik door de stad Groningen en door Assen fiets, is het overgrote deel van de fietsers van jongere leeftijd. Leeftijd en gedrag bepalen veel van hoe men met situaties omgaat. De kruising Helperzoom, Helperweg en Helper Brink was een rare kruising voor fietsers. Deze is aangepast, maar de onduidelijkheid bleef. De kruising is weer aangepakt en het is nu duidelijker waar je moet fietsen. Maar fietsers moeten nu een paar meter extra fietsen, en dat willen ze niet, zodat ze nu tegen het andere fietsverkeer in fietsen om op hun manier tijd en meters te besparen. Dit gedrag maakt een kruising alsnog weer gevaarlijk, niet door automobilisten en snelheid, maar door verkeerd gedrag van de fietsers zelf.

Hoe overtuig je de fietsers om niet hun eigen route te gaan bepalen, maar de route die bedacht is om een zo veilig mogelijke situatie te creëren voor iedereen? Ook zie je dat hoe breder het fietspad is hoe meer fietsers naast elkaar gaan fietsen.

Wat mij opvalt is dat jongeren meer en beter rekening houden met mij op de driewielfiets dan dat ouderen dat doen. Van hen krijg ik nog weleens verwensingen naar mijn hoofd geslingerd dat ik niet genoeg aan de kant ga, maar mijn rechter achterwiel is dan al gelijk met de zijkant van de weg of het fietspad.

Ik hou van doorfietsen, zeker op een lange afstand (Norg – Spijk, 56 kilometer). Tijdens deze rit vinden andere fietsers dat ik langzamer moet gaan fietsen. Dat ik harder moet bellen omdat men het niet hoort, of juist zachter omdat men schrikt. Ik zeg goedendag, en fiets door. Vaak heeft men een spiegel op de fiets die afgesteld staat om te checken of hun haar nog goed zit. Met een helm is dat probleem weg, dan blijft hun haar de hele rit goed zitten, een extra voordeel van een fietshelm. Als men op zijn hoofd valt dan wordt in het ziekenhuis een stuk haar weggeschoren als de verwonding daar ernstig genoeg voor is. Met helm hoeft dat niet.

Gisteren tijdens de lunch ben ik naar buiten gegaan. Daar was het niet zo druk als binnen waar ik moeite mee heb. Buiten heb ik niet aan brommers kieken gedaan, maar al die fietsen bewonderd. Veel mooie nieuwe fietsen. Ik denk dat ik van de 100 fietsen er maar 6 heb geteld zonder trap¬ondersteuning. De elektrische fiets is bij deze groep fietsers het meest favoriete type.

Als er iets gebeurt is de kans heel erg klein dat dit aan de fiets ligt. De mens die de fiets bestuurt, de snelheid bepaalt en bepaalt waar en hoe men fietst, is meestal de veroorzaker zelf. Gedrag, indeling van de weg, kennis van verkeersregels en weten hoe je met een fiets omgaat zijn naar mijn mening de belangrijkste factoren voor de veiligheid van de fietser. Diezelfde mens bestuurt ook het overige verkeer.

Ik wou dat ik wist hoe je mensen in het verkeer elkaar laat respecteren zodat iedereen weer veilig thuis komt.

Diederik Wierenga
Ervaringsdeskundige Niet Aangeboren Hersenletsel (EDNAH cursus)
Voorzitter toegankelijk Noordenveld
www.toegankelijknoordenveld.nl
www.driewielerzitfiets.nl/
www.diederik-wierenga.nl

Categorieën