Ervaringen van een duofietser

Net met pensioen en uitkijkend naar een passend vrijwilligersklusje kwam ik op het idee om mensen die zelf niet meer kunnen fietsen mee te nemen op de (duo)fiets. Zo’n dubbele ligfiets zag ik in mijn buurt af en toe langskomen. Via internet meldde ik me aan bij zorgcentrum Zuiderflat waar men zo’n fiets in beheer heeft. Al snel werd ik voorgesteld aan drie gegadigden die vooraf waren gepolst. Twee van hen verbleven op de ‘psychiatrische’ afdeling en één zat op ‘somatisch’.

Met alle drie de bewoners heb ik inmiddels gefietst. De eerste is nog relatief jong (69 jaar) en had er wel zin in, werd me verteld. Als ik haar kom ophalen merk ik daar nog niks van: ‘Heb je dát weer, of nou dat moet dan maar..’ Het fietsen zelf lijkt voor haar bovendien maar een matig genoegen en ze is blij om weer terug op het centrum te zijn. Niet echt een feestje. De begeleidsters hadden me hiervoor gewaarschuwd. Juist deze mensen zouden er baat bij hebben. De tweede bewoner (87 jaar) gaat enthousiast mee, maar is absoluut teleurgesteld over de fiets. ‘Wat een waardeloos ding, het stuur zit vast en ik kan niet eens remmen’. Hij rukt zo hard aan zijn kant van de fiets dat het stuur dwars komt te staan. Ik leg hem uit dat deze fietsen nu eenmaal zo gebouwd zijn dat er maar één bestuurder is. ‘En dat ben jij zeker!?’ reageert hij. Deze discussie herhaalt zich op de Hoorsne Dijk wel vijf keer, want het korte termijngeheugen van meneer is niet meer wat het was… Met de ‘somatische’ bewoner (87 jaar) tenslotte gaat het anders: ‘…dat ik dit nog mag meemaken’. Meneer praat zacht, maar als je je oren spitst, blijkt hij veel over vroeger te weten en je mooie doorkijkjes te gunnen in zijn leven. Hij kijkt uit naar mijn komst en weer of geen weer, hij heeft er zin in.

Inmiddels is de Zuiderflat ‘overgenomen’ door een vriend die ik heb weten aan te steken en zet ik me in voor een zorgcentrum dichterbij mijn eigen woning. Hier heb ik alweer twee nieuwe ervaringen opgedaan, maar een feestje werd het nog niet. De bewoner die er tevoren veel zin in had, blijkt tijdelijk helemaal in de war en niet tot fietsen in staat. De tweede is een nogal stoere man met lange tenen. Een trui of handschoen wil hij zeker niet aantrekken (‘Bén je gek’), maar na één blokje wil hij terug naar huis omdat het ‘immers veel te koud’ is. De keer erop, het zelfde verhaal. Toch wil hij volgende week graag weer worden opgehaald. Doorzetten dus nog even.. Er is mij alvast een nieuwe enthousiastelinge aangekondigd die tot voor kort zelf nog fietste. Belangstelling genoeg!?

Verder nog iets over het materiaal. De fietsen op beide centra zijn verre van perfect. De versnelling reageert traag en het trappen voor twee is zwaar. Je merkt goed dat je in Groningen regelmatig bergop moet. De bijrijder trapt wel mee, maar het verlicht het geheel niet. Wat voor de bijrijders niet fijn is trouwens. Zij klagen over weinig weerstand en hebben het gevoel dat ze er niet toe doen. Zelf heb ik het, als ik thuis kom, fysiek gesproken even helemaal gehad. Ik weet dat er duofietsen met electrische ondersteuning bestaan, maar deze zijn pittig in prijs. Dus het zal nog even duren voor de zorgcentra daarop overstappen…? Ondertussen loopt op landelijk niveau de voorbereiding voor de komst van het Deense ‘Cycling without Age’ (zie vorige nummer). Dat worden dan geen duofietsen, maar riksha’s. Wie weet toch fijner?

Hanneke Wijnen

Categorieën